Canyoning (spreek uit als: 'ken-jo-ning') is waarschijnlijk één van de meest spectaculaire buitensporten die je kunt doen. Bij het canyoningen maak je al lopend, zwemmend, klimmend, glijdend, springend en abseilend een tocht door een kloof (of 'canyon') waar meestal water doorheen stroomt. Een canyon is een mooie en indrukwekkende omgeving waar je normaal niet zo snel komt. Naast het genieten van de prachtige natuur geeft de combinatie van hoogte en water een enorme kick tijdens de afdaling.
Op de facebookpagina van de NCB kun je enkele fotoalbums bekijken: |
OMGEVING
In Nederland en België zijn helaas geen canyons, want het landschap is te vlak. In Europa kun je canyons vinden in onder andere Frankrijk, Italië, Spanje, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Griekenland. Maar ook buiten Europa bevinden zich vele canyons. De meeste canyons zijn gelegen in gebieden waar bergen zijn. Wanneer er voldoende hoogteverschil is, dan slijt regen- of smeltwater een kloof in de rotsen uit. Afhankelijk van het hoogteverschil en het soort gesteente krijgt de canyon een bepaalde vorm. Sommige canyons zijn bijvoorbeeld zeer breed en ondiep (open). Je hebt ook canyons die zeer smal en heel erg diep zijn (gesloten).
Door het hoogteverschil ontstaan er watervallen en poelen met water. Hoe steiler de canyon, des te hoger de watervallen. Het kan zijn dat er (tijdelijk) geen water in een canyon staat. Soms is het te droog of is de rivier anders gaan lopen (bijvoorbeeld door een andere kloof). De meeste canyons waar men gaat canyoningen zijn iets smaller en hebben wat meer hoogteverschil. En als er water in staat dan kan het afdalen een stuk moeilijker en leuker zijn. Zo zijn alle canyons uniek en is elke tocht weer anders.
MATERIAAL
Om veillig te kunnen afdalen in een canyon heb je goede bescherming voor je lichaam nodig. De harde rotsen kunnen zeer scherp zijn en het water kan zeer koud zijn. Je hebt in ieder geval de volgende dingen nodig:
|
- een soort duikpak dat je warm houdt en je beschemd tegen stoten. |
|
- beschermt je tegen tegen vallend gesteent en als je zelf valt. |
|
- die beschermen je voeten en je enkels en zorgen voor goede grip op de rotsen. |
|
- om te kunnen abseilen (afdalen via een touw). |
|
- om een abseil te kunnen uithangen. |
|
- om materiaal in te vervoeren. |
VOORTBEWEGEN
Tijdens de tocht door een canyon kan je verschillende obstakels tegen komen. Van een afstap van een hoog rotsblok tot bijvoorbeeld een steile glijbaan. Elk obstakel vereist weer een andere techniek om te passeren. Welke obstakels je tegenkomt is voor elke canyon verschillend. Over het algemeen gebruik je de volgende technieken:
LOPENHet lopen in een canyon is anders dan dat je dagelijks doet. Je loopt over natte, oneffen, schuine rotsen en soms zelfs oude boomstammen. Ook kan de ondergrond door algen erg glad zijn. Er is dus een grote kans dat je uitglijdt. Om niet te vallen zul je voorzichtig moeten lopen. Het kan zijn dat je met gebogen knieën moet lopen (laag bij de grond) of zelfs je handen moet gebruiken. |
KLIMMENIn veel canyons kom je grote rotsblokken en hoge afstapjes tegen. Om hier langs te komen zul je moeten klimmen en klauteren. Om hoge afstapjes te kunnen passeren zul je je af en toe als een aapje (op handen, billen en voeten) moeten voortbewegen. Maar gelukkig draag je goede beschermende kleding. |
ABSEILENAls je niet kunt klimmen, glijden of springen, dan zul je moeten abseilen. Abseilen is niets ander dan jezelf laten zakken aan een touw. Hiervoor zit je met een gordel en een soort rem vast aan het touw. Een abseil kan enkele meters lang zijn en over droge rots lopen. Maar abseils kunnen ook door een waterval lopen en honderden meters hoog zijn. |
ZWEMMENVaak is er water aanwezig in de canyon, meestal in de vorm van stromend water. Hierdoor kunnen er diepe poelen met water ontstaan waar je zult moeten zwemmen. Je hebt uiteraard wel een canyoninguitrusting aan, maar gelukkig heeft dit wat drijfvermogen. In rustig water kun je net zoals in een zwembad zwemmen. Als de stroming erg wild is, dan zul je een stuk harder moeten zwemmen. |
GLIJDENHet water heeft soms een natuurljke glijbaan gemaakt. Dan is de rots helemaal glad afgesleten en eindigt in een (diepe) poel met water. Het glijden van een natuurlijke glijbaan is hetzelfde als bij een glijbaan in een zwembad. Liggend op je rug met je voeten vooruit eindig je met een plons in het water. Hoe steiler, gladder en hoger de glijbaan, des harder ga je! |
SPRINGENWanneer de poel onderaan een rots diep genoeg is, dan kun je soms ook springen. De hoogte kan variëren van enkele meters tot soms wel tientallen meters hoog. Het is wel belangrijk dat je wel goede techniek beheerst. Hoe hoger de sprong, des te harder de landing. |
LET OP: De bovenstaande tekst is bedoeld om een algemene indruk te geven van de sport canyoningen. Ga alleen canyoningen met goede begeleiding of met voldoende kennis en ervaring! Dus ga met een gediplomeerde gids mee of volg een cursus om zelfstandig de canyon in te kunnen.